2 Kronieken 36:19 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 19 Voorts verbrandde hij het huis van de [ware] God+ en brak de muur van Jeru̱zalem af;+ en al zijn woontorens verbrandden zij met vuur en ook al zijn begeerlijke voorwerpen,+ ten einde verderf te stichten.+ Jeremia 52:13 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 13 Hij dan verbrandde het huis van Jehovah+ en het huis van de koning en alle huizen van Jeru̱zalem;+ en elk groot huis verbrandde hij met vuur.+
19 Voorts verbrandde hij het huis van de [ware] God+ en brak de muur van Jeru̱zalem af;+ en al zijn woontorens verbrandden zij met vuur en ook al zijn begeerlijke voorwerpen,+ ten einde verderf te stichten.+
13 Hij dan verbrandde het huis van Jehovah+ en het huis van de koning en alle huizen van Jeru̱zalem;+ en elk groot huis verbrandde hij met vuur.+