47Daal af en ga in het stof zitten,+ o maagdelijke dochter van Ba̱bylon.*+ Ga op de aarde zitten, waar geen troon is,+ o dochter der Chaldeeën.+ Want gij zult niet weer ondervinden dat men u verwekelijkt en verwend noemt.+
19 Maak u slechts bagage voor de ballingschap,+ o inwoonster, de dochter+ van Egy̱pte. Want Nof+ zelf zal tot niets dan een voorwerp van ontzetting worden en zal werkelijk in brand gestoken worden, zodat het zonder inwoner is.+