3 ’Gij hebt gezegd: „Wee mij toch,+ want Jehovah heeft droefheid aan mijn smart toegevoegd! Ik ben afgemat wegens mijn zuchten, en een rustplaats heb ik niet gevonden.”’+
47 En de vergadering moet hen met stenen werpen+ en zij zullen worden neergehouwen met hun zwaarden. Hun zonen en hun dochters zullen zij doden,+ en met vuur zullen zij hun huizen verbranden.+