65 En onder die natiën zult gij geen rust vinden,+ noch zal er enige rustplaats voor uw voetzool blijken te zijn; en Jehovah* zal u daar inderdaad een bevend hart+ en verzwakking der ogen+ en een door wanhoop gekwelde ziel geven.
19 O mijn ingewanden, mijn ingewanden! Ik lijd hevige smarten aan de wanden van mijn hart.+ Mijn hart is onstuimig binnen in mij.+ Ik kan niet blijven zwijgen, want hoorngeschal heeft mijn ziel gehoord, het alarmsignaal van oorlog.+