14 Want ook zijzelf, vele natiën en grote koningen,+ hebben hen als knechten uitgebuit,+ en ik wil hun vergelden naar hun activiteit en naar het werk van hun handen.’”+
19 Wat Egy̱pte betreft, een verlaten woestenij zal het worden;+ en wat E̱dom aangaat, een wildernis van een verlaten woestenij zal het worden,+ wegens de geweldpleging tegenover de zonen van Ju̱da, in wier land zij onschuldig bloed hebben vergoten.+