Ezechiël 37:11 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 11 En hij zei voorts tot mij: „Mensenzoon, wat deze beenderen betreft, ze zijn het gehele huis van I̱sraël.+ Zie, zij zeggen: ’Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vergaan.+ Wij zijn afgesneden en aan onszelf overgelaten.’
11 En hij zei voorts tot mij: „Mensenzoon, wat deze beenderen betreft, ze zijn het gehele huis van I̱sraël.+ Zie, zij zeggen: ’Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vergaan.+ Wij zijn afgesneden en aan onszelf overgelaten.’