Ezechiël 34:24 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 24 En ikzelf, Jehovah, zal stellig hun God* worden,+ en mijn knecht Da̱vid een overste* in hun midden.+ Ikzelf, Jehovah, heb gesproken. Lukas 1:32 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 32 Deze zal groot zijn+ en de Zoon van de Allerhoogste worden genoemd;+ en Jehovah* God zal hem de troon van zijn vader Da̱vid+ geven,+ Johannes 12:34 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 34 Daarom antwoordde de schare hem: „Wij hebben uit de Wet gehoord dat de Christus in eeuwigheid blijft;+ en hoe kunt gij dan zeggen dat de Zoon des mensen omhooggeheven moet worden?+ Wie is deze Zoon des mensen?”+
24 En ikzelf, Jehovah, zal stellig hun God* worden,+ en mijn knecht Da̱vid een overste* in hun midden.+ Ikzelf, Jehovah, heb gesproken.
32 Deze zal groot zijn+ en de Zoon van de Allerhoogste worden genoemd;+ en Jehovah* God zal hem de troon van zijn vader Da̱vid+ geven,+
34 Daarom antwoordde de schare hem: „Wij hebben uit de Wet gehoord dat de Christus in eeuwigheid blijft;+ en hoe kunt gij dan zeggen dat de Zoon des mensen omhooggeheven moet worden?+ Wie is deze Zoon des mensen?”+