14 En Jehovah zei vervolgens tot mij: „Leugen profeteren de profeten in mijn naam.+ Ik heb hen niet gezonden, noch heb ik hun bevel gegeven of tot hen gesproken.+ Een leugenvisioen en waarzeggerij en iets van nul en gener waarde+ en de bedriegerij van hun hart spreken zij profetisch tot ulieden.+