13 En ik zal stellig mijn net over hem uitspreiden, en hij moet in mijn vangnet worden gevangen;+ en ik wil hem naar Ba̱bylon* brengen, naar het land van de Chaldeeën,+ maar dat zal hij niet zien; en daar zal hij sterven.+
20 En ik wil mijn net over hem uitspreiden, en hij zal stellig in mijn vangnet worden gevangen;+ en ik wil hem naar Ba̱bylon brengen en daar met hem in het gericht treden betreffende zijn ontrouw waarmee hij jegens mij gehandeld heeft.+