24 Hierom ging Da̱niël zelf naar A̱rioch,+ die door de koning was aangesteld om de wijzen van Ba̱bylon om te brengen.+ Hij ging, en dit zei hij tot hem: „Breng geen der wijzen van Ba̱bylon om. Breng mij voor de koning,+ opdat ik de koning de úítlegging duidelijk maak.”