14 Was uw hart rein van louter slechtheid, o Jeru̱zalem, opdat gij gered moogt worden.+ Hoe lang zullen uw verkeerde gedachten in uw binnenste verwijlen?+
27 uw daden van overspel+ en uw gehinnik,+ uw losbandige gedrag op het gebied van prostitutie. Op de heuvels, in het veld, heb ik uw walgelijkheden gezien.+ Wee u, o Jeru̱zalem! Gij kunt niet rein zijn+ — na hoeveel langer nog?”+