4 En zij moeten de sinds lang verwoeste plaatsen herbouwen;+ zij zullen zelfs de ruïnes uit vroeger tijden oprichten,+ en zij zullen stellig de verwoeste steden vernieuwen,+ die ruïnes waren van geslacht op geslacht.
33 Dit heeft de Soevereine Heer Jehovah gezegd: ’Op de dag dat ik U reinig van al UW dwalingen, wil ik ook maken dat de steden bewoond worden,+ en de verwoeste plaatsen moeten herbouwd worden.+