38Nu geschiedde het in die tussentijd dat Ju̱da van zijn broers wegtrok naar lagere streken, waar hij [zijn tent] opsloeg nabij een man, een Adullamiet,+ en zijn naam was Hi̱ra.
30 Zano̱ah,+ Adu̱llam+ en hun nederzettingen, La̱chis+ en zijn velden, Aze̱ka+ en zijn onderhorige plaatsen. Zij dan legerden zich van Berse̱ba helemaal tot aan het dal van Hi̱nnom.*+