5 Nu bracht hij hem naar buiten en zei: „Zie alstublieft omhoog naar de hemel en tel de sterren, indien gij ze mogelijkerwijs kunt tellen.”+ Verder zei hij tot hem: „Zo zal uw zaad worden.”+
22 Net zoals het heerleger van de hemel niet geteld kan worden, noch het zand van de zee gemeten kan worden,+ zo zal ik het zaad van mijn knecht Da̱vid en de levieten die mij dienen,+ vermenigvuldigen.’”