9 Zij zijn diep verzonken in het brengen van verderf,*+ zoals in de dagen van Gi̱bea.+ Hij zal hun dwaling gedenken;+ hij zal aandacht schenken aan hun zonden.
2„Wee degenen die beramen wat schadelijk is, en degenen die beoefenen wat slecht is, op hun bed!+ Bij het licht van de morgen gaan zij ertoe over het te doen,+ omdat het in de macht van hun hand is.+