29 Hij die de bruid heeft, is de bruidegom.+ De vriend van de bruidegom echter, die erbij staat en hem hoort, heeft grote vreugde om de stem van de bruidegom. Daarom is deze vreugde van mij volkomen geworden.+
7 Laten wij ons verheugen en verrukt zijn, en laten wij hem de heerlijkheid geven,+ want de bruiloft+ van het Lam is aangebroken+ en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt.+