3 En er kwamen Farizeeën naar hem toe, met de bedoeling hem te verzoeken, en zij zeiden: „Is het een man geoorloofd zich op elke willekeurige grond van zijn vrouw te laten scheiden?”*+
2 Er kwamen nu Farizeeën naar hem toe, die hem vervolgens, om hem op de proef te stellen, vroegen of het een man geoorloofd was zich van zijn vrouw te laten scheiden.+