16 En degenen die dit volk voortleiden, blijken degenen te zijn die [hen] doen dolen;+ en degenen van hen die worden voortgeleid, degenen die verward raken.+
8 Maar gijlieden — GIJ zijt afgeweken van de weg.+ GIJ hebt velen doen struikelen in de wet.+ GIJ hebt het verbond van Le̱vi te gronde gericht”,+ heeft Jehovah der legerscharen gezegd.
16 Wee U, blinde gidsen,+ die zegt: ’Als iemand bij de tempel* zweert, dat is niets; maar als iemand bij het goud van de tempel zweert, heeft hij een verplichting op zich genomen.’+