Mattheüs 27:11 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 11 Jezus stond nu voor de stadhouder, en de stadhouder stelde hem de vraag: „Zijt gij de koning der joden?”+ Jezus antwoordde: „Gijzelf zegt [het].”+ 1 Timotheüs 6:13 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 13 Voor het aangezicht van God, die alles in het leven houdt,* en van Christus Jezus,* die als een getuige+ voor Po̱ntius Pila̱tus+ de voortreffelijke openbare bekendmaking heeft afgelegd,+ beveel ik u+
11 Jezus stond nu voor de stadhouder, en de stadhouder stelde hem de vraag: „Zijt gij de koning der joden?”+ Jezus antwoordde: „Gijzelf zegt [het].”+
13 Voor het aangezicht van God, die alles in het leven houdt,* en van Christus Jezus,* die als een getuige+ voor Po̱ntius Pila̱tus+ de voortreffelijke openbare bekendmaking heeft afgelegd,+ beveel ik u+