14 En hij moet tot een heilige plaats* worden;+ maar tot een steen waaraan men zich stoot en tot een rots waarover men struikelt+ voor de beide huizen van I̱sraël, tot een val en tot een strik voor de inwoners* van Jeru̱zalem.+
9 Wie is wijs, dat hij deze dingen begrijpt?+ Beleidvol, dat hij ze weet?+ Want de wegen van Jehovah zijn recht,+ en het zijn de rechtvaardigen die ze zullen bewandelen;+ maar de overtreders zijn het die erop zullen struikelen.+