17 Dit [meisje] bleef Pa̱u̱lus en ons volgen, terwijl zij de volgende woorden riep:+ „Deze mensen zijn slaven van de Allerhoogste God, die ulieden de weg der redding verkondigen.”
18 Dit bleef zij vele dagen achtereen doen. Ten slotte begon het Pa̱u̱lus te vervelen,+ en hij keerde zich om en zei tot de geest: „Ik beveel u in de naam van Jezus Christus van haar uit te gaan.”+ En in datzelfde uur ging hij uit.+