12 Zes dagen dient gij uw werk te doen;+ maar op de zevende dag dient gij u ervan te onthouden,* opdat uw stier en uw ezel rust kunnen hebben en de zoon van uw slavin en de inwonende vreemdeling zich kunnen verkwikken.+
2 Zes dagen mag er werk verricht worden,+ maar de zevende dag zal voor U tot iets heiligs worden, een sabbat van volkomen rust voor Jehovah. Iedereen die daarop werk verricht, zal ter dood worden gebracht.+