Mattheüs 27:35 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 35 Nadat zij hem aan een paal hadden gehangen,+ verdeelden zij zijn bovenklederen+ door het lot te werpen,+ Markus 15:24 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 24 En zij hingen hem aan een paal en verdeelden zijn bovenklederen+ door het lot erover te werpen om te bepalen wat ieder mocht nemen.+ Lukas 23:34 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 34 [[Maar Jezus zei: „Vader, vergeef+ hun, want zij weten niet wat zij doen.”*]] Voorts wierpen zij het lot om zijn klederen te verdelen.+
35 Nadat zij hem aan een paal hadden gehangen,+ verdeelden zij zijn bovenklederen+ door het lot te werpen,+
24 En zij hingen hem aan een paal en verdeelden zijn bovenklederen+ door het lot erover te werpen om te bepalen wat ieder mocht nemen.+
34 [[Maar Jezus zei: „Vader, vergeef+ hun, want zij weten niet wat zij doen.”*]] Voorts wierpen zij het lot om zijn klederen te verdelen.+