11 Jezus antwoordde hem: „Gij zoudt in het geheel geen autoriteit* over mij hebben als die u niet van boven* verleend was.+ Daarom heeft degene die mij aan u heeft overgeleverd, grotere zonde.”
17 Elke goede gave+ en elk volmaakt geschenk komt van boven,+ want het daalt neer van de Vader der [hemelse] lichten,+ en bij hem is geen verandering van het keren van de schaduw.*+