2 Terwijl zij openbare dienst voor Jehovah* verrichtten+ en vastten, zei de heilige geest: „Zondert mij van allen Ba̱rnabas en Sa̱u̱lus+ af voor het werk waarvoor ik hen heb geroepen.”
6 Zij trokken ook door Fry̱gië en het land van Gala̱tië,+ omdat* het hun door de heilige geest was verboden het woord in het [district] A̱sia te spreken.
23 behalve dat de heilige geest+ van stad tot stad herhaaldelijk getuigenis jegens mij aflegt en zegt dat mij boeien en verdrukkingen te wachten staan.+