10 Gelooft gij niet dat ik in eendracht met de Vader ben en de Vader in eendracht met mij is?+ De dingen die ik tot ulieden zeg, spreek ik niet uit mijzelf; maar de Vader, die in eendracht met mij blijft, doet zijn werken.+
4 terwijl ook God getuigenis aflegde met zowel tekenen als wonderen en velerlei krachtige werken*+ en met uitdelingen+ van heilige geest overeenkomstig zijn wil?+