29 en te voorschijn zullen komen, zij die goede dingen hebben gedaan, tot een opstanding des levens,+ zij die verachtelijke dingen hebben beoefend, tot een opstanding des oordeels.*+
12 Indien er nu van Christus gepredikt wordt dat hij uit de doden is opgewekt,+ hoe kunnen dan sommigen onder U zeggen dat er geen opstanding* van de doden is?+
6 Gelukkig+ en heilig+ is een ieder die deel heeft aan de eerste opstanding; over dezen heeft de tweede dood+ geen autoriteit,+ maar zij zullen priesters+ van God en van de Christus zijn en zullen de duizend jaar met hem als koningen regeren.+