29 De verborgen+ dingen behoren aan Jehovah,* onze God, maar de geopenbaarde+ dingen behoren tot onbepaalde tijd aan ons en aan onze zonen, opdat wij alle woorden van deze wet mogen volbrengen.*+
17 Hierop antwoordde Jezus hem: „Gelukkig zijt gij, Si̱mon, zoon van Jo̱na,* want vlees en bloed hebben u [dit] niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is.+
11 Daarop zei hij tot hen: „Aan U is het heilige geheim+ van het koninkrijk Gods gegeven, maar voor hen die buiten zijn, geschieden alle dingen door middel van illustraties,+
5 In andere geslachten werd dit [geheim+] niet aan de zonen der mensen bekendgemaakt zoals het nu door geest aan zijn heilige apostelen en profeten+ is geopenbaard,+
10 maar nu is ze duidelijk zichtbaar gemaakt door de manifestatie+ van onze Redder, Christus Jezus, die de dood heeft tenietgedaan,*+ maar licht+ heeft geworpen op leven+ en onverderfelijkheid,+ door middel van het goede nieuws,+
12 Hun werd geopenbaard dat zij niet zichzelf,+ maar U dienden met de dingen die U nu zijn aangekondigd+ door bemiddeling van hen die het goede nieuws aan U hebben bekendgemaakt met heilige geest,+ die uit de hemel gezonden is. In diezelfde dingen zijn engelen begerig te turen.*+