17 [Wij,] want wij zijn geen venters van het woord* van God+ zoals vele mensen,+ maar als uit oprechtheid, ja, als door God gezonden, onder het oog van God, in gezelschap van Christus, spreken wij.+
9 Zoals wij in het bovenstaande hebben gezegd, zeg ik ook nu weer: Wie het ook is die U iets als goed nieuws bekendmaakt buiten hetgeen GIJ hebt aanvaard,+ hij zij vervloekt.