22 Hij zond dus twee van degenen die hem dienden, Timo̱theüs+ en Era̱stus,+ naar Macedo̱nië, maar zelf hield hij zich nog enige tijd in het [district] A̱sia op.
18 Toen zij bij hem kwamen, zei hij tot hen: „GIJ weet zeer goed hoe ik vanaf de eerste dag dat ik het [district] A̱sia+ betrad, al de tijd bij U ben geweest+