20 Jezus zei echter tot hem: „De vossen hebben holen en de vogels des hemels roestplaatsen, maar de Zoon des mensen* heeft geen plaats om zijn hoofd neer te leggen.”+
58 En Jezus zei tot hem: „De vossen hebben holen en de vogels des hemels roestplaatsen, maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om zijn hoofd neer te leggen.”+