31 Hem heeft God als Voornaamste Gevolmachtigde+ en Redder+ tot zijn rechterhand verhoogd,+ om I̱sraël [de gelegenheid tot] berouw+ en vergeving van zonden te geven.+
6 in werkelijkheid is er voor ons maar één God,*+ de Vader,+ uit wie alle dingen zijn en wij voor hem;+ en er is één Heer,+ Jezus Christus,+ door bemiddeling van wie alle dingen zijn+ en wij door bemiddeling van hem.
2 terwijl wij oplettend het oog gericht houden op de Voornaamste Bewerker*+ en Volmaker van ons geloof,+ Jezus. Wegens de hem in het vooruitzicht gestelde vreugde heeft hij een martelpaal* verduurd,+ schande verachtend, en is hij aan de rechterhand van de troon van God gaan zitten.+