16 Laat evenzo UW licht+ voor de mensen schijnen, opdat zij UW voortreffelijke werken+ mogen zien en UW Vader, die in de hemelen is, heerlijkheid geven.+
7 en hij zei met een luide stem: „Vreest God+ en geeft hem heerlijkheid,+ want het uur van het oordeel door hem is gekomen,+ en aanbidt daarom Degene die de hemel en de aarde en [de] zee en [de] waterbronnen gemaakt+ heeft.”+