22 En Josi̱a wendde zijn aangezicht niet van hem af,+ maar om tegen hem te strijden, vermomde+ hij zich en luisterde niet naar de woorden van Ne̱cho+ uit de mond van God. Hij kwam derhalve om te strijden in de valleivlakte van Megi̱ddo.+
19 En ik zag het wilde beest+ en de koningen+ der aarde en hun legers vergaderd om de oorlog te voeren+ tegen degene die op het paard zat+ en tegen zijn leger.