3 Als hij een rund wil aanbieden als brandoffer, moet dat een mannetje zijn zonder gebreken.+ Hij moet dat uit eigen vrije wil+ aanbieden vóór Jehovah bij de ingang van de tent van samenkomst.
11 Het moet aan de noordkant van het altaar vóór Jehovah worden geslacht, en de priesters, de zonen van Aäron, moeten alle kanten van het altaar met het bloed besprenkelen.+