27 De man antwoordde: ‘“Je moet Jehovah, je God, liefhebben met je hele hart, je hele ziel, je hele kracht en je hele verstand”+ en: “Je moet je naaste liefhebben als jezelf.”’+ 28 Hij zei tegen hem: ‘Je hebt goed geantwoord. Blijf dat doen en je zult leven krijgen.’+