13Jozua was oud geworden, hoogbejaard.+ Daarom zei Jehovah tegen hem: ‘Je bent oud geworden, maar een groot deel van het land moet nog worden veroverd.*
5 Ook is er het gebied van de Gebalieten+ en de hele Libanon richting het oosten, van Baäl-Gad aan de voet van de berg He̱rmon tot aan Le̱bo-Ha̱math.*+
19 en al zijn voorraadsteden, de steden voor de wagens+ en de steden voor de ruiters. Salomo bouwde alles wat hij maar wilde in Jeruzalem, op de Libanon en in heel zijn rijk.