1 Na de dood van Mozes, de dienaar van Jehovah, zei Jehovah tegen Jozua,+ de zoon van Nun, de rechterhand+ van Mozes: 2 ‘Mijn dienaar Mozes is gestorven.+ Maak je nu klaar om met dit hele volk de Jordaan over te steken en het land binnen te gaan dat ik hun, het volk Israël, geef.+