21In de tijd van David ontstond er een hongersnood+ die drie jaar duurde. Daarom vroeg David Jehovah om leiding en Jehovah zei: ‘Er rust bloedschuld op Saul en op zijn huis omdat hij de Gibeonieten heeft gedood.’+
6 Laat niet toe dat je mond je* doet zondigen+ en zeg niet in het bijzijn van de engel* dat het een vergissing was.+ Waarom zou je de ware God kwaad maken met wat je zegt zodat hij het werk van je handen moet vernietigen?+