13Jozua was oud geworden, hoogbejaard.+ Daarom zei Jehovah tegen hem: ‘Je bent oud geworden, maar een groot deel van het land moet nog worden veroverd.*
6 Alle bewoners van het bergland, van de Libanon+ tot Mi̱srefoth-Ma̱ïm,+ en alle Sidoniërs+ zal ik voor de Israëlieten verdrijven.+ Jij hoeft het alleen als erfdeel aan Israël toe te wijzen, zoals ik je heb opgedragen.+