14 Jehovah zei tegen Mozes: ‘Schrijf dit in het boek, zodat het niet vergeten zal worden,* en herhaal het tegen Jozua: “Ik zal elke herinnering aan A̱malek van onder de hemel uitwissen.”’+
19 Wanneer Jehovah, je God, je rust heeft gegeven van alle vijanden om je heen in het land dat Jehovah, je God, je als erfdeel in bezit geeft,+ moet je elke herinnering aan A̱malek van onder de hemel uitwissen.+ Vergeet dat niet.
3 Ga nu, val de Amalekieten+ aan en bestem hen en alles wat ze hebben voor de vernietiging.+ Je mag ze niet sparen.* Je moet ze doden:+ mannen en vrouwen, kinderen en baby’s, stieren en schapen, kamelen en ezels.”’+