10 Jij moet de grond voor hem bebouwen, jij en je zonen en je bedienden. En je moet de oogst binnenhalen als voedsel voor degenen die bij de kleinzoon van je meester horen. Maar Mefibo̱seth, de kleinzoon van je meester, zal altijd aan mijn tafel eten.’+
Zi̱ba, die 15 zonen en 20 bedienden had,+