24 Hij verdreef de mens dus en plaatste aan de oostkant van de tuin van Eden de cherubs+ en een vlammend* zwaard dat voortdurend ronddraaide, om de weg naar de levensboom te bewaken.
15 Hizki̱a bad+ toen tot Jehovah en zei: ‘O Jehovah, God van Israël, die boven* de cherubs+ op zijn troon zit, u alleen bent de ware God van alle koninkrijken op aarde.+ U hebt de hemel en de aarde gemaakt.