-
2 Koningen 6:28, 29Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
28 Daarna vroeg de koning haar: ‘Maar wat is er eigenlijk aan de hand?’ Ze antwoordde: ‘Deze vrouw zei tegen me: “Geef mij je zoon, dan eten we hem vandaag op. Morgen eten we mijn zoon op.”+ 29 Toen hebben we mijn zoon gekookt en opgegeten.+ De volgende dag zei ik tegen haar: “Geef me jouw zoon, zodat we hem kunnen opeten.” Maar ze had haar zoon verstopt.’
-