3 in het derde jaar van zijn regering, gaf hij een feestmaal voor al zijn bestuurders en zijn dienaren. Het leger van Perzië+ en Me̱dië,+ de edelen en de provinciebestuurders waren bij hem,
15 Uiteindelijk gingen de mannen samen naar de koning, en ze zeiden tegen de koning: ‘Bedenk, koning, dat volgens de wet van de Meden en de Perzen geen enkel verbod of besluit dat de koning uitvaardigt, kan worden veranderd.’+