6 Eli̱hu, de zoon van de Buziet Bara̱cheël, nam het woord en zei:
‘Ik ben jong
en jullie zijn oud.+
Dus hield ik me respectvol op de achtergrond+
en durfde ik jullie niet te vertellen wat ik weet.
7 Ik dacht: laat de ouderdom maar spreken
en laat de jaren wijsheid verkondigen.