22 Mijn God heeft zijn engel gestuurd en de muil van de leeuwen gesloten.+ Ze hebben me geen kwaad gedaan,+ omdat ik in zijn ogen onschuldig was. En ook u heb ik niets misdaan, koning.’
18 grepen* ze de apostelen en zetten hen in de stadsgevangenis.+19 Maar ’s nachts opende Jehovah’s* engel de deuren van de gevangenis,+ bracht hen naar buiten en zei:
11 Toen besefte Petrus wat er gebeurd was en hij zei: ‘Nu weet ik zeker dat Jehovah* zijn engel heeft gestuurd en me heeft bevrijd van Herodes en van alles wat de Joden verwachtten dat er zou gebeuren.’+