9 Als iemand zijn vader of zijn moeder vervloekt,* moet hij beslist ter dood worden gebracht.+ Omdat hij zijn vader of zijn moeder heeft vervloekt, heeft hij zijn dood aan zichzelf te wijten.*
18 Stel dat iemand een zoon heeft die onhandelbaar en opstandig is en zijn vader en moeder niet gehoorzaamt,+ en dat ze hebben geprobeerd hem te corrigeren maar hij niet naar ze wil luisteren.+
21 Dan moeten alle mannen van zijn stad hem stenigen tot de dood erop volgt. Zo moet je het kwaad uit jullie midden verwijderen, en heel Israël zal ervan horen en bang worden.+