8 Toen Samuël oud was, stelde hij zijn zonen als rechter over Israël aan. 2 Zijn eerstgeboren zoon heette Joël en zijn tweede zoon Abi̱a.+ Ze spraken recht in Berse̱ba. 3 Maar zijn zonen volgden zijn voorbeeld niet. Ze waren uit op oneerlijke winst,+ lieten zich omkopen+ en verdraaiden het recht.+