14 Ieder mens gedraagt zich onverstandig, zonder kennis.
Iedere smid staat schande te wachten vanwege zijn beeld,+
want zijn metalen beeld is een leugen
en er is geen geest in.+
15 Ze zijn een illusie, bespottelijke maaksels.+
Als de dag van afrekening komt, zullen ze vergaan.